donderdag 3 oktober 2013

Stellen: een vreemd dier beschrijven

Vandaag kregen we in de klas een leuke tekenopdracht. We maakten een doorgeeftekening.
Iedereen kreeg een tekenblad waarop we een lijf van een dier moesten tekenen. Daarna gaven we het tekenblad door aan iemand anders die aan het lijf poten moest tekenen. Een derde leerling mocht er een kop aan tekenen en een vierde leerling tekende de staart. Tot slot mocht een vijfde leerling het dier volledig afwerken en inkleuren. Zo, dit was dan ons vreemd dier. Wat zaten er grappige exemplaren bij, maar ook griezelige en hier en daar ook schattige diertjes.

Iedereen mocht nu zijn dier een naam geven. En dan kregen we de opdracht om ons dier te beschrijven. De juf oefende dit eerst met ons met een foto van een hond die we moesten beschrijven. Zo konden we iets zeggen over het lijf, de poten , de oren, de ogen, de staart, de kleur van het dier,...
We hadden genoeg geoefend en mochten nu zelf aan de slag. Ons dier aandachtig bekijken en er daarna drie mooie zinnen over schrijven. Voor leuke foto's van deze les, klik hier.

Hieronder vind je een paar leuke raadseltjes die de kinderen zelf schreven. Kan jij raden over welk dier het gaat? Zoek maar bij de tekeningen onderaan!

Rara, wie ben ik?                                                            Rara, wie ben ik?
Mijn dier heeft stekels.                                                     Mijn dier heeft een grote mond.
Hij heeft vijf dikke poten.                                                  Hij heeft scherpe tanden.
Hij heeft een krulstaart.                                                    Hij heeft een lange nek.


Rara, wie ben ik?                                                            Rara, wie ben ik?
Mijn dier is dik.                                                                 Mijn dier heeft een krulstaart.
Hij heeft twee voelsprieten.                                              Hij heeft dikke poten.
Hij heeft vier vleugels.                                                      Hij kan vliegen.


Rara, wie ben ik?                                                            Rara, wie ben ik?
Mijn dier is groot.                                                              Mijn dier heeft geen poten.
Hij heeft wel duizend poten.                                             Hij heeft twee korte oortjes.
Hij kan spinnenwebben maken.                                       Hij heeft geen mond.








2 opmerkingen: